9 juli 2018

Hoe Reinier Beertje werd

Je zult de voetballiefhebbers de kost maar moeten geven die zich bij het horen van de naam Reinier Kreijermaat vertwijfeld achter de oren krabben, maar zich wel de Beer Kreijermaat weten te herinneren die begin jaren zestig furore maakte op het middenveld bij Feyenoord. “Onze Beertje, heel wat mans, geeft een bal om niet te missen,” zo klinkt het in het tweede couplet van het Hand in Hand. Alleen bij Puck van Heel heeft de bijnaam van een Feyenoorder zijn echte voornaam ooit zo naar de kroon gestoken als bij Kreijermaat het geval was.

Beer Kreijermaat
Reinier “Beertje” Kreijermaat treedt in 1959 aan namens Feyenoord
(Nationaal Archief, Fotocollectie Anefo; Fotograaf: Bilsen, Joop van; CC0)

Kreijermaat was een sleutelfiguur in de terugkeer aan de nationale top begin jaren zestig. De rechtsmidden, die in 1959 bij het Utrechtse Elinkwijk werd weggeplukt, voegde een broodnodige dosis inzet en agressie toe aan het technisch verzorgde spel dat Feyenoord eind jaren vijftig speelde. Ploeggenoot Henk Schouten: “Toen Rein kwam in 1959, was ik er al vijf jaar. Wij hadden een prachtig voetballende ploeg, maar geen ploeg om kampioen mee te worden. Rein werd uit Utrecht gehaald, samen met Jan Klaassens uit Venlo en dat waren twee stevige bikkels.” Mede dankzij de inbreng van de twee nieuwkomers zou de club in 1961 en ’62 de eerste kampioenschappen in meer dan twintig jaar weten te winnen.

En die bijnaam? Die had hij meegenomen uit Utrecht. Kreijermaat: “Ik speelde met Elinkwijk een wedstrijd tegen PSV op een dikke sneeuwlaag. Dat was voor mij als krachtvoetballer natuurlijk heerlijk. Slidings maken. Journalist Bert Corporaal schreef de dag erna in zijn krant: ‘Kreijermaat speelde als een beer, pas tien minuten voor tijd vertoonde hij wat vermoeidheidsverschijnselen.’ Daarna ging het een eigen leven leiden, ook door mijn postuur en manier van lopen en voetballen.”

Oh, en Puck van Heel: die heette Gerardus. Maar dat zal zelfs de meest verstokte Feyenoordfan je waarschijnlijk niet uit het blote hoofd weten te vertellen.

Bronnen:
- Beide citaten: Hand in Hand, Jaargang 38, Nummer 10 - Juni 2015