Op een dag hadden Ulrich van Gobbel en Mike Obiku ruzie in de douche. Echt knokken. Zie je het voor je? Twee bomen van kerels, bovenarmen als staalkabels. In de kleedkamer keken we elkaar aan, niemand durfde wat te doen. Gerard sprong er gewoon tussen en de vechtpartij was meteen over. Niemand kwam aan Geer.
Bron: Feyenoord Magazine, februari 2015
18 oktober 2018
Over Feyenoord gesproken...
16 oktober 2018
Valse noot werd passend slotakkoord
Zoals Ove Kindvall geldt als beste Feyenoordspits aller tijden, staat Eddy Pieters Graafland met recht te boek als Feyenoords beste doelman ooit. De in 1958 bij aartsrivaal Ajax weggekochte goalie beleefde zijn hoogtijdagen in de jaren zestig. De veelvoudig international was een vaste waarde onder de lat in De Kuip tijdens het meest succesvolle decennium uit de geschiedenis van Feyenoord. Het was een periode waarin de club vier landstitels en twee KNVB-bekers wist te winnen. Na elf jaar trouwe dienst leek de schitterende carrière van Pieters Graafland echter op een valse noot te gaan eindigen.
Verantwoordelijk daarvoor was de Oostenrijkse coach die in de zomer van 1969 aantrad. Ondanks het feit dat Ernst Happel (want daar hebben we het over) van zijn voorganger een team erfde dat zojuist de dubbel had weten te winnen, wilde hij zijn stempel op het elftal drukken. De meest prominente slachtoffers van zijn dadendrang waren de veteranen Cor Veldhoen en Eddy Pieters Graafland. De 35-jarige doelman had onheil kunnen ruiken toen Happel kort na zijn aanstelling een aanpassing eiste van het contract van Pieters Graafland. Die was met technisch manager Guus Brox overeengekomen dat hij niet voor het tweede elftal beschikbaar hoefde te zijn. Dat speelde zijn wedstrijden namelijk op zaterdag en op die dag was Pieters Graafland actief in zijn sportwinkels. Pieters Graafland: “Dat was nooit een probleem geweest, het was ook nooit aan de orde want ik speelde toch gewoon altijd in het eerste.”