Ik draaide mijn hoofd er zó onder, dat de bal een vreemd effect kreeg. Laat ‘ie nou via de paal erin draaien.
Bron: Nederlof, De Feyenoorders, 35
19 oktober 2019
Over Feyenoord gesproken...
8 oktober 2019
Voetbalhumor met een geurtje
Voetbalhumor is niet de meest verheven vorm van humor, dat weten we. Wat we ook weten is dat voetbalanekdotes soms met een korreltje zout genomen moeten worden. Een verhaal van Ruud Heus over een grap die hij samen met John de Wolf uithaalde bij Henk Fräser en Ulrich van Gobbel is zo bizar, dat het bijna niet waar kan zijn. Zelfs al weten we dat het Feyenoord van het kampioensjaar 1992/'93 op zijn zachtst uitgedrukt een bont gezelschap was.
Heus en De Wolf waren vijf seizoenen lang kamergenoten als Feyenoord in hotels verbleef. Heus: “John sliep altijd sneller in dan ik. Dat was saai. “Teruste”, zei hij, en weg was-ie. Ik kon dat niet.” Van het feit dat Heus dan nog maar wat las of een beetje televisie keek, had De Wolf geen last. Die sliep overal doorheen. “Soms verveelde ik me zo, dat ik dingetjes bedacht. Geintjes. Ik lag een keer chocolade te eten, en zag dat hij op zijn zij lag. Ik gooide stukjes van de reep op zijn matras. Toen hij zich omdraaide, lag zijn lichaam erop en trok die chocolade in het laken. De volgende ochtend had-ie zwarte plekjes. Van onder tot boven. Die kop van hem, ik wist dat ik weer aan de beurt was.”