Over hoe Ernst Happel als trainer met zijn nog altijd puike traptechniek het respect van zijn spelers afdwong bestaat een mooie anekdote. Er doen verschillende versies van dat verhaal de ronde. In de meest betrouwbare vindt het plaats gedurende zijn ADO-tijd. Tijdens een training drong een aantal spelers er bij de Oostenrijkse oefenmeester op aan om het voor gezien te houden vanwege de stromende regen. Happel plaatste daarop een flesje op de lat van een doel, zette zich op dertig meter achter de bal en trapte het flesje met een loepzuiver schot van de lat. Vervolgens keerde hij zich om en zei dat elke speler die het hem kon nadoen naar binnen mocht. Wijselijk waagde geen van hen een poging.
In andere versies vindt de anekdote plaats op de training van Feyenoord en gaat het om vijf flesjes die één voor één door Happel van de lat worden getrapt of drie ballen die achter elkaar op de lat worden getrapt. In sommige Feyenoord-versies is Wim van Hanegem in staat om het hem na te doen. In die laatste variant gaat de anekdote er meer om hoezeer Happel in de lastige maar begaafde Van Hanegem een jongere versie van zichzelf herkende. Maar in de originele versie is de clou van het verhaal dat éénenvijftigvoudig Oostenrijks international en voormalig WK-ganger Happel zijn spelers subtiel duidelijk maakte dat ze nog heel wat te leren hadden voordat ze mochten denken wel een traininkje over te kunnen slaan.
Antoni Brzeżańczyk op de bank tijdens een oefenwedstrijd tegen Vitesse (Bron: Nationaal Archief, Fotocollectie Anefo; Datum: 27 juli 1975; Fotograaf: Verhoeff, Bert) |
Dat zoiets ook verkeerd kan uitpakken bewees de arme Antoni Brzeżańczyk. De zachtmoedige pijprokende Poolse oefenmeester was bij Feyenoord in dienst ten tijde van de periode van sportieve neergang in de tweede helft van de jaren zeventig. Tijdens een bepaalde training liet hij zijn spelers (om hem moverende redenen) blind op strafschoppen oefenen. ‘Blind schießen’, instrueerde Brzeżańczyk, die er goed op toekeek dat ze hun ogen wel dicht hadden. De spelers bakten er niets van. De één na de ander maaide over de bal. Een uitgelezen moment voor een Happeliaans kunststukje om aan te tonen dat de ouwe baas er echt nog wel wat van kon.
Brzeżańczyk legde de bal op de stip, deed drie stappen achteruit, sloot zijn ogen, nam een korte aanloop en… viel over de bal heen.
Bronnen: AD, Feyenoord Magazine