5 januari 2019

Feyenoords eerste toptransfer

Met de invoering van het betaald voetbal in de jaren vijftig ontstond voor Feyenoord, dat op dat moment al bijna vijftien jaar wachtte op een landstitel, de mogelijkheid om de superieure financiële slagkracht aan te wenden ter versterking van het eerste elftal. Het resulteerde in een stroom transfers, van jonge talenten als Coen Moulijn, maar vooral ook van internationals als Kees Rijvers, Jan Klaassens en Hans Kraay. In de decennia daarvoor was het bijna niet mogelijk geweest om het team via inkomende transfers te versterken, laat staan om internationals te strikken. Toch was Feyenoord er in 1936 in geslaagd met de komst van negenvoudig international Leen Vente een ware toptransfer tot stand te brengen.

Vente bracht het op jonge leeftijd tot international, ondanks het feit dat hij voor een tweede klasser speelde. De speler van stadsgenoot Neptunus debuteerde in 1933 tegen Oostenrijk, maar beleefde zijn definitieve doorbraak een jaar later, toen hij vijf goals scoorde in een 9-3 afstraffing van aartsrivaal België. De nog maar tweeëntwintigjarige rechtsmidden vormde in 1934 samen met de eveneens tweeëntwintigjarige linksbinnen Kick Smit en de vierentwintigjarige midvoor Bep Bakhuys een jong maar ijzersterk binnentrio. Het zorgde voor de eerste uitbarsting van oranjekoorts, op weg naar het WK in Italië later dat jaar (‘We gaan naar Rome toe’). De toekomst leek Vente, die vooral bekend stond om het harde schot dat hij in de benen had, toe te lachen.

Het Nederlands elftal voor de interland tegen België.
Leen Vente (hurkend met de bal voor zich) treedt in 1934 aan tegen België.
Hij zou die wedstrijd vijf goals scoren
(Bron: Nationaal Archief, KNVB Fotocollectie; Datum: 11 maart 1934; Fotograaf: Onbekend)

Twee jaar later stonden de zaken er echter heel wat minder florissant voor. Zijn plaats in Oranje was Vente kwijtgeraakt nadat hij begin 1935 een zware blessure tegen Duitsland had opgelopen en in de nasleep daarvan nooit echt terug op niveau was gekomen. Daarbij hielp nadrukkelijk niet dat hij met Neptunus week in week uit in de Tweede Klasse moest ploeteren. “Ik word in de tweede klas kapot getrapt,” beklaagde Vente zich in april 1936 tegen een journalist. Tegenstanders kregen elke wedstrijd nadrukkelijk de opdracht van hun coach om Vente in de gaten te houden en maakten er zelf wellicht ook een sport van zich tegen de international te bewijzen. Het vertaalde zich doorgaans in een reeks onbeholpen harde tackles.

Hoewel het in die jaren wel vaker voorkwam dat een international voor een tweede klasser speelde, kwam Vente tot de conclusie dat zijn enige kans om weer op niveau te komen en zijn plek in Oranje te heroveren, school in een transfer naar een eerste klasser. Hij werd in die overtuiging gesteund door de adviezen die hij van ‘deskundigen, medici en trainers’ had ontvangen. Één van die deskundigen, medici en trainers was Feyenoords Hongaarse Wonderdokter, Richard Dombi. Vente had bij Dombi aangeklopt tijdens het herstel van zijn blessure een jaar eerder, wellicht op advies van Oranje-aanvoerder Puck van Heel, wiens knieën door Dombi met diens wonderzalf behandeld werden. Het verhaal wil dat Dombi als voorwaarde stelde dat Vente zich zou laten overschrijven naar Feyenoord.

Hoe dan ook, in het voorjaar van 1936 besloot Vente zich uit te laten schrijven bij Neptunus en zich bij Feyenoord aan te melden. “In een omgeving als bij Feijenoord tusschen en tegenover spelers van gelijke kracht en voetbaleducatie hoop ik mijn ouden vorm en mijn plezier in het spel terug te vinden”, verklaarde Vente.

De overschrijving kostte hem meer dan een halfjaar speeltijd. Pas in februari 1937 was hij weer speelgerechtigd. De overgang zou het wachten waard blijken, want binnen een paar maanden na zijn debuut voor Feyenoord wist hij zijn plek in het Nederlands Elftal te heroveren. Vente zou twaalf interlands spelen als Feyenoorder en daarbij 10 goals scoren. Hij bracht zijn totaal daarmee op 19 doelpunten in 21 interlands. Met Feyenoord behaalde Vente twee landskampioenschappen en scoorde daarbij 57 doelpunten in 85 competitiewedstrijden. In 1941 keerde hij terug naar Neptunus.